Het Boegbeeld
Het boegbeeld dat beukt
op de golven der tijd
is voortdurend in strijd
met de wil van een brein
dat denkt meer boegbeeld
dan het boegbeeld te zijn. Eigenwijsheid en slinksheid
is in de breinen van kracht.
En aan het roer van de macht
waar het brein zich bevindt
slaat hij steevast de wijsheid
van het boegbeeld in de wind. Maar dan komt de tijd dat het tij zich bezint
en een muiterij onder de breinen begint.
Het boegbeeld wordt slachtoffer van groot averij.
Het boegbeeld vergaat en de breinen erbij.
Maar op de bodem der zee klinkt het vrolijke lied
dat de breinen zijn verdronken en de boegbeelden niet.